Gontrode 2019

Introductie vernissage Etienne Kerkhof

Rookerk, Kerkwegel Gontrode

zaterdag 14 september 2019 om 11 u.

 

SchaduwBeelden

 

Het is een eer en genoegen voor mij om hier een inleiding te mogen geven, temidden van de mensensoort in het gezelschap waarvan ik toch wel, als ik eerlijk ben, het liefste vertoef. Zonet hoorde je vierhandig Anneleen Schoups en Mireille Gleizes, die niet op de uitnodiging staat, een begaafde, heerlijke pianiste, die vele concerten gaf in onze eigenste Rode Pomp Concertzaal in Gent, een grote rol speelde in het Belgisch Muziekleven, voornamelijk in de beweging van de ‘Nieuwe Consonantie’, ‘La Nouvelle Consonance’, die bovendien een brug legde tussen de cultuur van België en die van Rusland, (zij spreekt vloeiend Russisch), en die vele concertreizen naar alle hoeken van de wereld ondernam. Mireille speelt al vier jaar vierhandig met Anneleen,die haar concertpraktijk in het stimulerende gezelschap van Mireille tot nieuwe hoogten verheft.

Goede muziek is ongelooflijk bevrijdend, genezend, verheffend. Ze brengt de mens dichter bij zijn diepste kern, en daarover willen wij het nu even hebben, temidden van de ‘SchaduwBeelden’ van Etienne Kerkhof. Tot mijn grote verbazing bleek, na een bezoek dat ik Etienne bracht ter studie van zijn werk, en ter voorbereiding van deze voordracht, dat hij mij reeds kende voor ik hem les gaf in het hoger Sint Lucas Instituut, ergens in het midden van de jaren zeventig, en wel via Studio Skoop. Etienne was toen immers medeverantwoordelijk voor de Universitaire Filmclub, en Ben Ter Elst, mijn beste vriend in die tijd, frequenteerde de verantwoordelijken van die universitaire filmclub heel frequent met optie van samenwerking. Uit die samenwerking werd trouwens het Internationaal filmgebeuren geboren, de voorloper van het huidig weelderige Internationaal Filmfestival van Gent. Zo kwam Etienne in contact met Studio Skoop, de gekende art cinema in Gent, die nu te koop staat, waarvan ikzelf één van de oprichters was, willens nillens, want Ben Ter Elst was een Hollander die hier zijn anker had uitgesmeten, omwille van mijn aangeboren Vlaamse gastvrijheid,  omwille van de realisatie van zijn droom, een art cinema, maar ook en vooral omwille van een heel druk en dramatisch liefdesleven.

 

Ik was dat volslagen vergeten, en het is goed dat Etienne me dat in herinnering bracht: het werpt een bijzonder licht op wat ik straks ga onthullen. Etienne werd dus een leerling van me op Sint Lucas Gent, - ik gaf daar toen Kunst en Cultuurgeschiedenis als heel jonge docent. Hij had reeds een opleiding fotografie achter de rug. Ik was slechts een paar jaar ouder dan mijn leerlingen. Ik sprak over de Maya’s, de Azteken, de Tolteken en de Olmeken en hun gruwelijke offerpraktijken, die ik vergeleek met de Westerse Holocaust en dies meer. Maar ikhad het ook over het Li van de chinezen,  over de yoga van de Hindoe’s, enz. enz. Etienne herinner ik me als een ernstige, lieve, stille en bescheiden jongeman, die bekwaam vrije grafiek volgde, later lange jaren les gaf in de avondschool, tekenles en vrije grafiek. Ik herinner me hem als iemand die helemaal niet op de voorgrond wou opereren. Op een of andere manier is hij een vast gegeven geworden in mijn herinnering: we hadden talloze raakpunten in tijd en ruimte, meestal op de fiets, echter allemaal zonder werkelijk wortelschieten. Ik ging steeds mijn gang, en hij ook. Maar altijd, en wel altijd was er de groet, in dewelke een bijzondere, een zekere verstandhouding school: ooit zou er een moment komen dat veelvuldig ‘bijna’ ontmoeten wat langer te laten duren, ietwat te verdiepen, voor we beiden de pijp aan Maarten zouden geven. Op een bepaald moment dacht ik dat het zou gebeuren toen ik hem vroeg privé tekenles te geven aan mijn beide zoons, omdat ik in hen naast hun verbluffende muzikale gaven tevens grote plastische kunstenaars vermoedde… Dat is toen niet  uitgewerkt, maar kijk, dit nu is het betere moment.

 

‘SchaduwBeelden’: Etienne toonde me in zijn huis in De Ham in Gent, waarvan de deur versierd is met een levensechte rozenstruik, zijn werken, en vertelde me hun geschiedenis. Etienne fotografeert al heel zijn leven, met allerlei toestellen, ook met zijn iphone. Dat hoeft ons niet te verbazen, gezien zijn diepe interesse, van zijn jeugd af, voor de fotografie en voor de monumenten uit de filmgeschiedenis. Etienne heeft  duizenden foto’s van zijn  hand in zijn archief zitten. Toen hij na de succesvolle tentoonstelling in Campo Santo in Sint Amandsberg tot een volgende tentoonstelling besloot, ging hij grasduinen in deze collectie, en merkte daar iets eigenaardigs op: een hele reeks foto’s stelden niet het  item zelf voor, maar de schaduw van het item. De foto’s capteerden een stuk schaduw van een item X.  Die foto’s heeft hij eruit gehaald. En uit die reeks heeft hij gekozen wat u hier in deze tentoonstelling kunt bekijken.  

Als je ze grondig bekijkt, lijken het allemaal abstracte beelden. Moeilijk te identificeren. Allemaal goed geconstrueerd, allemaal zonder meer een antwoord op de vraag naar klassieke schoonheid, waarop harmonie van kleur en lijn en duidelijke opbouw of structuur een antwoord zijn.

 

Toen Etienne me deze  foto’s toonde in De Ham, sloeg de schrik toch enigzins om mijn hart… Ik was ook de vorige tentoonstelling in Campo Santo gaan bekijken, en hoewel ik een éénheid zag doorheen alle onderdelen, kon ik er eigenlijk geen definiërend touw aan vastknopen. Etienne was bezig met iets te onwikkelen dat ik eigenlijk niet zag, niet doorhad. Goed gemaakt allemaal, helemaal gespeend van alles dat enige weerzin zou kunnen opwekken, maar moeilijk, misschien zelf onmogelijk te definiëren. Toen ben ik er niet op ingegaan, omdat ik geen speech moest schrijven, en ik zonder definitie gelukkig terug naar huis kon.

 

Maar nu zit ik met de gebakken peren: waar is Etienne in godsnaam mee bezig? Welnu, ik heb het gevonden, ik heb het licht gezien in de intellectuele duisternis.

 

Laat ons even nuchter nadenken: wat is een schaduw? Een schaduw is eigenlijk iets dat heel sterk verbonden is met het licht. Het licht van de zon of de dag of een lamp straalt op een item, laat ons zeggen op item X. Het item X houdt de stralen tegen, en daardoor kan het gezien worden. Het licht maakt X zichtbaar. Het licht verheldert de identiteit van het voorwerp. We zien door het licht helemaal wat het item is, het is item X.

De schaduw nu is de zeer specifieke plek geprojecteerd achter het item X, waarvan de omtrekken eventueel een stukje van de identiteit van X verraden. Het is de plaats waar de aanwezigheid van X het licht in de weg staat, verhindert door te dringen. Binnen de omtrekken van de schaduw kan het licht omzeggens helemaal afwezig zijn, ofwel gedeeltelijk, bestraald door zijdelings invallend licht, dat de schaduw een bijzondere kleur geeft, bijzondere, abstract aandoende indrukken opwekken. Maar de schaduw is en blijft in wezen verbonden met het item x. De schaduw is het item X in een heel bijzondere, verborgen en gecamoufleerde vorm. De schaduw is het item X tot raadsel, het een al moeilijker dan het andere, hervormd, herbouwd, uitgebeeld, vertaald. De schaduw is in wezen dus een ‘verborgen’ beeld van het item X.

 

Zie je? Ik begin er te raken. Ik heb al een zeker zicht op de term ‘SchaduwBeelden: één woord bestaande uit twee woorden… Maar we zijn nog niet uitgedacht, en halen er vooreerst de etymologie erbij. Ik heb thuis een heel kostbaar boek van een Gents Universitair Professor uit de jaren twintig, professor J. Vercoullie. Hij woonde in de Drabstraat,  rechtover het tweede gebouw van de muziekschool op de Poel. Een gedenkplaat met zijn naam hangt aan zijn prachtige maar nu enigzins vervallen huis. Ik kijk in zijn beroemde boek ‘Etymologisch Woordenboek van de Nederlandsche Taal’, en zie op pagina 296, dat de indogermaanse wortel van ‘schaduw’ ‘SKAT’ is. En SKAT wil inderdaad zeggen ‘verbergen’. Is dat niet mooi? Inderdaad, de schaduw is het ‘verborgen’ item, dat je pas ziet als je ‘doorheen’ het ding kijkt, als je je niet laat verleiden door wat je ziet in het volle licht…

 

En ja, zo komen we organisch tot nog een discipline, met name de filosofie, de oudste wijsheidsleer ons overgeleverd door honderden ijverige denkers en zoekers en grote geesten. Socrates zelf, deze moedige soldaat-steenkapper-profeet, die in dezelfde tijd leefde als Zarathoustra, Mahavira en Bouddha in India, Lao Tse en Confucius in China, sprak zijn publiek vaak over het wezen van de dingen, het wezen van de mens. Het licht, zei hij, valt door een spleet binnen in onze zogenaamde dagelijkse werkelijkheid. De mensen zitten opgesloten in een grot, met hun rug naar het binnenvallend licht. Op de wand van de grot zien ze de schaduwen bewegen van zichzelf. In ons dagelijks leven denken we geconfronteerd te zijn met de werkelijkheid, maar nee, arme luisteraar: wat je daar denkt in het volle licht van de dag of de zon te zien, is niks anders dan een schaduw, ‘in dewelke de realiteit verborgen is’.

 

Wat te doen dus? Keren we terug naar StudioSkoop, de allereerste liefde van Etienne. Indien Socrates nu zou hebben geleefd, zou hij de metafoor van de film hebben gebruikt: ieder van ons leeft op het scherm, geprojecteerd door een centraal licht, een wit scherm, de achterkant dus van de grot. Wat op het scherm verschijnt is illusie, iedereen verstaat dat. Socrates zegt, dat ieders leven deel uitmaakt van een filmprojectie op het reusachtige scherm van het illusoire bestaan. Het is doorgaans één grote tragedie, die film, met dodelijke afloop, oorlog, emotionele miserie, bedrog, diefstal, een hele gamma van vuile manieren en menselijke pijn. Wat te doen? -vragen de leerlingen aan Socrates. ‘Welnu’, zegt de oude wijze man, van niks bevreesd, al helemaal niet  van de dood, - bewijs daarvan is hoe hij zonder verpinken al docerend tussen zijn leerlingen de gifbeker drinkt-, ‘Ken Uw Zelf’. Stap uit het verhaal, wees honderd procent getuige, toeschouwer  van het verhaal en ga in de zaal zitten. Eerst Wordt helemaal getuige, toeschouwer. Als je daarin slaagt, zit je niet meer in de film: je bent uit de illusie gestapt, je bent ontsnapt aan het filmverhaal. Je ziet hoe de vork in de steel zit, je kan illusie van werkelijkheid onderscheiden, en tenslotte wordt je gelijk aan het projecterende licht, de enige Werkelijkheid, uw Zelf, uw te kennen Zelf, dat hetzelfde is in ieder mens, de goddelijke vonk die oorzaak en kern is van alle leven.

Dat zegt Socrates dus, in Studio Skoop. Dat is de enige seriuze opdracht  voor de mensen: uit de film, de illusie ontsnappen, en in de zaal gaan zitten. Hoe méér mensen daar in slagen, in de  zaal gaan zitten en daarna zelf projecterend licht worden, hoe sneller de tragedie transformeert in een paradijselijk verhaal.

 

En kijk, wat stellen we vast, in dit perspectief van volkse taalkunde en eenvoudige historische wijsheid? We stellen vast dat Etienne in dit perspectief op het goede spoor zit: hij is immers met zijn fototoestel de registrator van datgene wat verborgen zit in de schaduwen die geprojecteerd zijn op het filmdoek van de rotswand. Hij zoekt de toegang tot de zaal van StudioSkoop, wil weg uit de illusoire realiteit van de geprojecteerde tragedie, om daar ten slotte bij het licht te gaan zitten, en er voor hij de pijp aan Maarten geeft, helemaal in op te gaan.

 

De ‘SchaduwBeelden’ die we hier nu kunnen zien, zijn stuk voor stuk  bewijzen van die voor de mensheid zo belangrijke houding en bezigheid.

 

Merci, beste Etienne, voor deze prachtige tentoonstelling.

Merci ook voor de absolute redelijkheid der prijzen, die eenieder toelaat een ‘bewijs’ te kopen: elke foto hier is immers een ‘trofee’ van Etienne’s spiritueel-estetische zoektocht naar de kern der dingen.

 

En daarmee is mijn definitie af, gelukkig!

Ik dank u voor uw aandacht.  

 

 

André Posman